U heeft geen producten in uw winkelwagen.
RAW vs JPEG
Ga ik in RAW of in JPEG fotograferen? Alle fotografen worden hier vroeg of laat mee geconfronteerd, maar wat betekenen deze bestandsindelingen eigenlijk? En wat is het grote verschil? Is het ene beter dan het andere? Gastblogger Maarten Kuiper legt het haarfijn uit!
RAW en JPEG
Op het moment dat de camera een foto maakt, gaan er allerlei elektronische processen lopen binnen in de camera. Alle digitale camera's zijn uitgerust met een processor die deze bewerkingen voor zijn/haar rekening neemt. Voor JPEG files gelden meer van deze processen dan voor RAW files. De naam zegt het al, RAW (betekent ruw) files zijn onbewerkt. Onderstaand schema is hier een illustratief overzicht van.
Zoals in figuur 1 te zien is, zitten er tussen de sensordata en de JPEG file een aantal processen. Het zijn juist deze processen die de serieuzere fotografen zelf in de hand willen houden. Bij de JPEG file worden heel veel instellingen namelijk vastgelegd in de uiteindelijke foto. Denk hierbij aan verzadiging, ruisonderdrukking, contrast, witbalans en verscherping. Als het ware bewerkt de camera de foto voordat deze naar de computer gestuurd kan worden. Dat doet de camera aan de hand van de instellingen zoals jij die in je menu hebt ingesteld. Onderstaande figuren geven een typisch instelmenu weer.
De instellingen voor JPEG bestanden worden vaak opgeslagen in zogenaamde Picture Styles (figuur 3). Een portretfoto heeft namelijk meer baat bij mooie warme huidskleuren dan aan verzadiging, monochrome fotografeert in zwart-wit (de verzadiging staat op 0) etc. Deze instellingen zijn achteraf niet meer ongedaan te maken. Een JPEG geschoten in zwart wit, zal ook altijd zwart-wit blijven.
Heel anders is dat bij de RAW file. Zoals te zien is in Figuur 1, worden RAW files niet bewerkt in de camera. Het gaat hier om de ruwe sensordata. Daarom kan het voorkomen dat de JPEG er vanuit de camera beter uit ziet dan de RAW file. Maar waarom zou je dan in RAW fotograferen? Omdat je dan alle mogelijkheden openhoud bij de nabewerking, aangezien een RAW file veel meer informatie bevat dan een JPEG. Een RAW file die geopend wordt in bijvoorbeeld Photoshop, zal veel meer bewerkingsopties geven dan een JPEG van dezelfde foto's. Zo kan je achteraf de witbalans aanpassen, maar ook de verzadiging, contrast, lokaal contrast, ruisonderdrukking etc. Om dit te illustreren staan in figuur 4 en 5 dezelfde foto geopend in Photoshop CC. Figuur 4 geeft de opties weer die je krijgt bij een JPEG, figuur 5 is het RAW bestand.
Zoals in figuur 4 te zien is, krijg ik bij Photoshop eigenlijk geen mogelijkheden om de data van mijn foto aan te passen, voordat het een digitaal bestand wordt. Ik had bij deze trouwfoto mijn camera nog op zwart-wit staan, omdat ik, op verzoek van het bruidspaar, de ochtend in zwart-wit had gefotografeerd. Gelukkig heb ik mijn camera altijd ingesteld op RAW+JPEG (dan doet de camera dus beide). Figuur 5 is dezelfde foto maar dan het RAW bestand.
Zoals te zien is in figuur 5, zijn alle instellingen (inclusief de zwart-wit instelling), die bij JPEG in de camera gebeuren, achteraf nog aan te passen in Photoshop CC. Elke slider die je ziet staan aan de rechterkant van de foto, geeft een instelling (belichting, contrast, levendigheid, verzadiging etc.) weer. Ik heb nu dus veel meer controle over wat er met mijn foto gebeurt.
Bestandsgrootte en workflow
Dat een RAW file veel meer informatie bevat is ook te zien aan de bestandsgrootte. Een JPEG van een 20 megapixel camera is doorgaans ongeveer 10 MB groot. Een RAW file van dezelfde foto zal eerder rond de 25MB zitten. Dit betekent dat je geheugenkaart eerder vol is als je RAW fotografeert (helemaal als je RAW+JPEG instelt).
De grote vraag is, wanneer kies je nu voor RAW en wanneer voor JPEG. De meeste fotografen vervloeken het gebruik van JPEG, voornamelijk omdat je dan alle nabewerkingsopties mist. Toch kan het gebruik van JPEG handig zijn als je bijvoorbeeld snel foto's op internet moet zetten (denk bijvoorbeeld aan sportevenementen). Een ander voordeel van JPEG is, dat 99.9% van de apparaten die we gebruiken in het dagelijkse leven geschikt zijn om JPEG op weer te geven. Voor RAW bestanden heb je speciale software nodig. Ook zijn JPEG bestanden, mede door hun bestandsgrootte, makkelijker rond te sturen en te delen. Het is daarom niet echt mogelijk om tot een goede conclusie te komen. Eigenlijk komt het hier op neer: ga je je bestanden na bewerken (let op dat je een goede computer en speciale software nodig hebt!) en vind je het geen bezwaar om extra
mee te nemen, fotografeer dan in RAW. Ga je je bestanden niet na bewerken, heb je haast, of beperkte schijfruimte? Fotografeer dan in JPEG.Of doe zoals ik, RAW+JPEG, waarbij ik de camera zo heb ingesteld dat deze een lage kwaliteit JPEG aanmaakt (figuur 6).
Op deze manier wordt het selecteren van bewerkbare foto's veel makkelijker. Mijn PC hoeft alleen de JPEG van een paar MB te openen als voorbeeld. Vind ik de foto bewerkingswaardig (is dat een woord?), dan open ik het RAW bestand en ga ik er mee aan het werk.