U heeft geen producten in uw winkelwagen.
48 Tips voor betere landschapsfoto´s
De wereld is vol prachtige landschappen die wij als fotografen maar al te graag vastleggen. De zee, de bossen, de bergen en niet te vergeten de prachtige polderlandschappen van onze Lage Landen; overal om ons heen kun je genieten van schitterende vergezichten. Een goede landschapsfoto is alleen niet een kwestie van kijken en klikken, er komt vaak toch wat meer bij kijken om foto te maken die je zo aan de muur kunt hangen. Hoe maak je dan die geweldige landschapsfoto's? Hier zijn geen vaste richtlijnen voor, maar we kunnen je wel op weg helpen met een aantal handige tips!
1. Maak je huiswerk
Bedenk van tevoren wat je wilt fotograferen en waarom. Zo kun je beter bepalen wat er in de tas moet zitten en kom je niet voor verassingen te staan. Volle accu´s en lege geheugenkaarten zijn natuurlijk ook altijd handig. En neem je je statief mee, zorg dan dat ook de snelkoppelplaat in je tas zit.
2. Vertel waar je bent
Zelfs de afsluitdijk kan levensbedreigend zijn als je in de winter onderaan op de basaltblokken je been breekt. Vertel dus altijd waar je bent en hoe laat je verwacht thuis te zijn. Vertrouw nooit op je mobiele telefoon.
3. Ken je locatie
Google maps bestaat dus gebruik het voor je op stap gaat. Zo kun je de lokatie waar je gaat fotograferen inschatten en kun je de beste plekken bepalen aan de hand van de stand van het licht. Voor de gevorderden is er de Photographer´s Ephemeris en bestaat uit Google maps kaarten inclusief de hybride of terreinkaart en geeft informatie over de zon- en maanstanden op je lokatie.
4. Bepaal je tijd
Ga je fotograferen tijdens zonsopkomst of -ondergang? Bepaal dan van te voren hoe laat dat precies is. Ook hierbij is Google maps een uitstekend hulp.
5. Gebruik je tijd
Licht is bepalend voor de sfeer in een landschapsfoto en geduld is dus een schone zaak. Neem je tijd en wacht, wacht en wacht op de juiste lichtval, een wolkje of een vogel in de lucht.
6. Gebruik het licht
Vroeger leerden we ´zon in je rug´ maar met de huidige techniek in camera´s is dat allang niet meer nodig. Gebruik of misbruik het licht voor dramatische effecten met schaduw, tegenlicht etc..
7. Ga door je knieën
Fotografen zijn vaak lui, ze zoeken hun statief uit op stahoogte terwijl je juist bij landschapsfoto´s bij een laag standpunt veel meer het wauw effect bereikt. Ga dus door je knieën.
8. Plaats iets in de voorgrond
Een landschapsfoto krijgt zijn diepte door goed gebruik te maken van de voorgrond. Een eenvoudig onscherp blaadje in beeld kan al een heel groot verschil maken.
9. Beweging in beeld
Landschapsfoto´s hoeven niet statisch te zijn, juist beweging in beeld zorgt voor spanning. Probeer dus maar eens die beweging vast te leggen met een lange sluitertijd. Werkt goed bij rivieren, bomen maar ook een fietser krijgt iets magisch als zijn beweging niet bevroren is.
10. Gebruik de wolken
We zijn vaak gezegend met prachtige wolkenluchten. Gebruik ze dan ook en laat ze overheersen in je foto´s. Dit doe je door zeer laag bij de grond te fotograferen in de uiterste groothoekstand. Een polarisatiefilter is een goede hulp bij verhogen van het effect.
11. Regen of slecht weer
Gebruik het in je foto´s. Maak je drama, gebruik de reflectie in waterplassen en wacht op die ene zonnestraal die doorbreekt. Magische foto´s zijn het resultaat!
12. In het midden?
Test het maar eens uit, de horizon in het midden is meestal niet je beste foto. Gebruik de regel van derden. Horizon laag of juist heel hoog geeft meer spanning in je foto´s.
13. Van links naar rechts
De kijker naar je foto heeft een voorkeur voor een beweging van links naar rechts. Speel er eens mee en bekijk het verschil. Dus een fietser in beeld fietst van links naar rechts.
14. Vrije ruimte
Een landschapsfoto wordt beter als er een vrije ruimte inzit. Hoofdonderwerp links of rechts dat duidelijk de foto inkijkt. Dit kan met mensen, lijnen, beweging, gebouwen etc..
15. Vroege ochtend
De vroege ochtend is mooi, vaak is er nog een beetje mist of nevel en dit kan veel toevoegen aan je landschapsfoto. Zorg dat je op lokatie bent voor de zon opkomt.
16. Werk in RAW
Je foto bevat veel meer informatie dan je denkt. Zeker in RAW valt er heel veel uit je bestanden te halen en komen met name landschapsfoto´s een stuk beter tot z´n recht.
17. Onderbelichten voor een beter resultaat
Veel camera´s zullen overbelichten in landschappen, met name omdat de lucht zoveel invloed heeft op de lichtmeting. Speel met je camera en maak verschillende belichtingstrappen.
18. Gebruik je histogram
Een foto goed belichten is een kunst, maar het is te leren. Een goed hulpmiddel daarbij is het histogram. Maak een foto, lees je histogram en kijk of hij sluit aan de rechterkant, daar zitten de witte partijen en die wil je niet uitgebleekt in beeld hebben. Bovendien zijn deze witte plekken moeilijk te corrigeren in de nabewerking. Gebruik de onder- en overbelichting stand van je camera om meerdere opnamen te maken.
19. Zonnekap
Een indiaan houdt niet voor niets zijn hand boven zijn ogen als hij het landschap bekijkt. Gebruik je zonnekap, je foto´s worden er beter door.
20. Lensflare
Verwijder je zonnekap en fotografeer tegen de zon in, afhankelijk van je lens en de bolling daarvan ontstaan er vlekken in je beeld (lensflares) die iets toe kunnen voegen aan je foto. Een dromerige sfeer, een zonnige dag etc. Vergeet niet je zonnekap weer terug te plaatsen.
21. Lichtvlekken
Laagstaande zon, tegenlicht en een klein diafragma zijn geen goede combinatie. Je krijgt lichtvlekken in beeld die ontstaan door diffractie. Maar as je dit weet, kun je ze natuurlijk ook gaan gebruiken vanwege het mooie effect.
22. Eén plek, vier foto´s
Heb je een mooie spot gevonden, maak dan eens foto´s verspreid over de vier seizoenen. Uiteraard moet je hiervoor wel goed markeren waar je camera moet staan.
23. Neem een vuilniszak mee
Handig, weegt niets en wellicht de goedkoopste gadget in je fototas, maar ontzettend makkelijk als je even in de prut wilt knielen. Daarnaast is een vuilniszak om je gehele fototas de beste bescherming voor je kostbare foto-apparatuur bij een plots opkomende plensbui.
24. Kader je onderwerp
Gebruik de natuurlijke componenten in een landschap om je foto duidelijk af te kaderen. Denk hierbij aan gebouwen, bomen, rotsen en doorkijkjes.
25. Waterpas
Een scheve horizon is de meest gemaakte fout in landschapsfotografie. Kijk dus goed voor je afdrukt of beter nog, gebruik een statief en een camerawaterpasje.
26. Gebruik filters
Lucht en landschap hebben vaak een groot verschil in belichtingstijd. Dit kun je oplossen door gebruik te maken van verloopfilters. De donkere bovenkant van het filter brengt lucht en landschap meer in evenwicht. Door de filters te schuiven in hun houder kun je hoogte van het filterverloop laten samenvallen met de horizon.
27. Gebruik meer filters
Als je dan verloopfilters gebruikt kun je er ook wel eentje extra gebruiken. Probeer maar eens een grijs verloop voor de bovenkant en een tabac verloop voor de onderkant. Naar eigen smaak veranderen kan natuurlijk ook.
28. Gebruik een polarisatiefilter
Een polarisatiefilter is niet alleen bedoeld voor reflectie in glas of water. Juist landschapsfoto´s worden er veel beter van. Draai aan het filter om de reflectie in het gras weg te halen en je houd het gras over. Dit werkt in ieder landschap.
29. Gebruik je fantasie
Ook in industriegebieden kun je prachtige landschapsfoto´s maken. Sloten, wilde bloemen en gras; alles is vaak aanwezig. En wil je die lelijke gebouwen er niet op, ga dan op de grond liggen.
30. Gebruik je lenzen
Veel landschapfoto´s worden gemaakt met een groothoeklens en terecht maar daag jezelf eens uit en gebruik eens één dag uitsluitend je telelens. Je zal zien dat je een heel andere kijk op het landschap krijgt en voortaan vaker je telelens gaat gebruiken.
31. Water en bevriezing
Je kunt natuurlijk de beweging van water in je foto bevriezen door gebruik te maken van een korte sluitertijd, maar probeer het eens andersom. Maak van een rivier één lange flow dat lijkt op engelenhaar door de langst mogelijke sluitertijd te kiezen. Voer deze techniek ook eens uit aan zee, een meer of gewoon de sloot. Je zult versteld staan. Wel een statief gebruiken natuurlijk.
32. Staand of liggend
Veel landschappen worden geschoten in de landscape stand oftewel liggend, maar dit is meestal niet meer een automatisme. Zet je camera eens op z´n kant en gebruik lange lijnen in beeld (zoals een spoorlijn of een rivier).
33. Ogen in je rug
Tijdens een lange wandeling let je vooral op wat er voor je is. Kijk af en toe eens achterom, ook daar liggen de mooiste landschapsfoto´s voor het oprapen.
34. Scherptediepte
De automatische scherpstelling van je camera kiest bij landschappen vaak om scherp te stellen op oneindig. De meeste scherptediepte bereik je echter door meer naar voren (naar je toe) scherp te stellen. Zet je autofocus dus uit en stel scherp met de hand. De scherptediepte ligt 1/3 voor en 2/3 achter je scherpstelpunt. Heb je geen idee waar dit over gaat stel dan scherp op ongeveer tien meter afstand.
35. Focus op één punt
Beter één detail in het landschap goed op de foto, dan een foto vol details. Niet alles hoeft erop. Let vooral op compositie, lijnen in beeld, kleurvlaken etc..
36. Kijk door je wimpers
Wellicht een wat vreemde tip, maar als je je ogen bijna sluit zie je heel duidelijk hoe je foto eruit gaat zien. Alle details vallen weg en de grote lijnen, kleuren en lichtvlekken blijven over.
37. Gebruik het water
Meren, vijvers en sloten zijn een prima plek om te fotograferen. Gebruik de reflectie van het water om spanning te brengen in je foto en iets toe te voegen. Wissel compositie sterk af, horizon heel laag, midden of hoog geven totaal andere effecten aan je foto.
38. Meervoudige belichting
Camera´s zijn slechts eenvoudige machines en kijken niet net als onze ogen naar een landschap. Wij kunnen tegelijkertijd details waarnemen in lichte plekken en schaduwpartijen, camera´s kunnen dat niet. Door drie foto´s te maken (vanaf statief) met één stop onderbelicht, één normaal en één stop overbelicht kun je het dynamisch bereik van je omgeving vastleggen. Deze drie foto´s voeg je later softwarematig samen tot één foto. We noemen dit HDR fotografie, het lijkt ingewikkeld maar is goed te doen als je thuis bent in photoshop, Nik software of andere programma´s. Zoek maar naar foto´s samenvoegen tot HDR in bijvoorbeeld Photoshop Elements.
39. Groothoek of panorama
Een groothoekobjectief kan, zeker bij heel veel groothoek, vertekening geven in het beeld. Probeer daarom eens met een normale lens meerde foto´s aan elkaar te maken één panorama. Een statief is hierbij een goed hulpmiddel. Wel even goed waterpas stellen voor je begint. En... als je dit dan horizontaal gedaan hebt probeer het dan ook eens bij een hoge boom, maar dan vertikaal.
40. Witbalans
Je camera zal in de meeste gevallen de juiste witbalans instellen als je camera op automatische witbalans staat. Het gaat echter al gauw fout bij afwijkingen zoals zonsondergang, dreigende onweerswolken of fotograferen in de sneeuw. Eén opname met meerdere witbalansinstellingen leert je de situatie in te schatten en geeft je een beter inzicht voor de toekomst en voor nu een beter resultaat.
Kijk goed naar de lijnen in het beeld en zorg dat ze je ogen leiden naar het belangrijkste punt in je foto. Kleine veranderingen in je eigen positie kunnen soms een groot verschil maken.
42. Gebruik een reflectiescherm
Het lijkt wat vreemd, landschapfoto´s met een reflectiescherm, maar juist een groot reflectiescherm kan je helpen om net die ene boom weer in de zon te zetten of juist die rots in de voorgrond op te lichten. Heb je zo´n ding neem, hem dan eens mee en kijk hoe je hem kan gebruiken in het landschap.
43. Gebruik een statief
Sommige mensen vinden een statief een onding om mee te slepen, maar ze zorgen wel voor scherpere foto´s. Daarnaast geeft het je de mogelijkheid tot het gebruik van lange sluitertijden, HDR foto´s en dwingt het je na te denken over de positie van de camera. Daarnaast zal het je meer rust geven en concentratie bij het uitkaderen van je foto, het wachten op het juiste licht en het uitrpoberen van verschillende instellingen.
44. Gebruik je zoomlens
Gebruik je zoomlens om......te zoomen! Juist in landschappen kun je mooie effecten bereiken als je tijdens het belichten de lens uitzoomt. Je gebruikt een lange sluitertijd en tijdens het afdrukken beweeg je de zoomlens van tele naar groothoek. Een leuk effect maar wel even oefenen.
45. Gebruik de gouden uren
Als de zon recht boven je staat, geeft hij weinig schaduw in het landschap en slaat het beeld een beetje dood. Juist de schaduwen geven structuur aan dingen en brengt leven in je foto. Fotografeer dus tijdens de gouden uren waarbij je gebruik maakt van het strijklicht. Warm licht na 15:00 uur en cool licht voor 11:00 uur.
46. Gebruik een grijsfilter
Door gebruik te maken van een grijsfilter kun je de sluitertijd verlengen. Hiermee kun je totaal andere effecten verkrijgen dan normaal in een foto. Water wordt een flow, een fietser onscherp etc.. De echte big stoppers (1000x ND filters van verschillende merken) geven je de mogelijkheid om overdag sluitertijden te bereiken van een paar minuten of meer. Zelfs mensen die door het beeld lopen worden dan niet meer vastgelegd op de foto en de zee wordt een plaat van engelenhaar.
47. Fotografeer ´s nachts
Een landschap verandert dramatisch als de zon zakt, blijf daarom zolang mogelijk fotograferen en ga eens op stap op een heldere nacht. Een langdurige vorstperiode zorgt voor een lage luchtvochtigheid en is in combinatie met volle maan een perfecte kans
op totaal andere landschapsfoto´s. Neem je statief mee.
48. Geniet
Landschapfotografie is mooi maar laat je niet gek maken door de techniek. Geniet van je omgeving, het landschap en verwonder je!